Molokai improved

Een kruising van de Molokai door onze vlaamse collega's van De Zoete Weij. Deze verbeterde Molokai geeft duidelijk meer en dikkere knollen dan de originele Molokai en is net zo paars van binnen. De beste paarse bataat voor Vlaanderen en Nederland!

Prijs per knol. (De nu nog resterende knollen zijn vrij klein, je krijgt daarom 2 kleinere knollen in plaats van 1 grote)

 

Zoete Bataat of Zoete aardappel is geen aardappel (Solanum tuberosum) maar een klimmende knolvormende Winde (Ipomoea batatas). Van Bataat zijn het Vlaamse woord voor aardappel (patatten) en de Nederlandse naam voor de Vlaamse frieten (patat) afgeleid. De textuur van de Zoete Bataat houd het midden tussen aardappel en wortel. De smaak is zoetig. De Zoete Bataat kan worden gebakken of gefrituurd. Lekker in ovenschotels, hartige taart of soep.

De kweek van Zoete Bataat gaat als volgt. Vanaf februari wordt de knol liggend half ingegraven in een bakje aarde. Bij voorkeur wegzetten op een plek waar de temperatuur tussen de 25 en 30 graden is. Sommige soorten kiemen ook in een bakje water bij kamertemperatuur. Uit de knol verschijnen op zeker moment de jonge scheuten. Dit kan even duren. De scheuten kunnen met een scherp mesje van de knol worden gesneden. De scheuten kunnen worden gestekt. Van de langere scheuten kunnen meerdere stekken worden gemaakt. Een stek moet minstens 2 okselknoppen hebben. Dit zijn de verdikkingen in de stengel van waaruit het blad verschijnt. Snij af onder de onderste en boven de bovenste okselknop. Dip de onderkant van de stek in stekpoeder en druk de stek in de hoek van een vierkant potje met stekgrond. Verwijder eventueel een deel van het blad. Dit voorkomt uitdroging van de stek. Zet weg in een kasje of met een plastic zak eroverheen op een warme plek. Vrij snel zullen zich wortels vormen en zal de stek gaan groeien. Ongeveer half mei wanneer er geen kans op nachtvorst meer is kunnen de stekken buiten worden uitgeplant op een warme plek. In de kas kan natuurlijk ook. Dit geeft betere resultaten. Zoete Bataat stelt weinig eisen aan grondsoort of bemesting. Geef in het begin een wat meer stikstof houdende meststof en later een meststof met wat meer kalium. Zorg dat de planten altijd voldoende maar niet te veel water krijgen. Laat de planten zo lang mogelijk groeien maar oogst ze voordat de bodemtemperatuur onder de 10 graden zakt.