Oca oranje
Oxalis tuberosa.
Een variant met een goede opbrengst aan prachtige oranje knollen.
In Peru zijn er ontelbare soorten Oca in vele kleuren of kleurcombinaties. Dit komt omdat er in de 1000 jaar dat Oca word geteeld een grote soortenrijkdom is ontstaan. Oca is na de aardappel het belangrijkste gewas in de Andes. Oca is een knolvormende klaverzuring. De planten vormen lange scheuten die op de grond gaan liggen. Uit de bladoksels groeien dan zijscheuten die zich wortelen in de bodem. Dat is waar de knollen worden gevormd. Het blad is heel bijzonder, als het te heet wordt vouwt het zich op. Het fris-zure blad kan worden gebruikt in salades maar ook in warme gerechten. De knollen worden in de herfst gevormd. Hoe later de Oca word geoogst des te groter worden ze. De knollen groeien nog door als het loof al is afgestorven. De oogsttijd ligt tussen Oktober en December. Oca kan zowel rauw als gekookt worden gegeten. Rauw kunnen ze worden verwerkt in een salade of salsa. Gaar gekookt hebben ze een verassend goede, licht zurige smaak. Bij wijze van grap worden ze daarom ,,aardappel die geen zure room nodig heeft” genoemd. De planten groeien ook in de halfschaduw.